Hoge Raad, 08-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:862, 15/05429
Hoge Raad, 08-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:862, 15/05429
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 8 juni 2018
- Datum publicatie
- 8 juni 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:862
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:27, Contrair
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2015:3415, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 15/05429
Inhoudsindicatie
Kolenbelasting. Art. 44, lid 2, Wet belastingen op milieugrondslag (tekst tot 1 januari 2013); art. 14, lid 1, onderdeel a, Richtlijn 2003/96/EG; art. 11 Overeenkomst inzake Partnerschap en Samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en de Russische Federatie; art. 110 VWEU; art. III GATT. Afschaffing van de vrijstelling voor de invoer en uitslag van kolen die worden gebruikt als brandstof voor het opwekken van elektriciteit in een installatie met een elektrisch rendement van minimaal 30 percent is niet in strijd met het Unierecht.
Uitspraak
8 juni 2018
nr. 15/05429
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] N.V. (thans: [X] N.V.) te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 16 oktober 2015, nr. BK‑14/01429, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 13/10366) betreffende een door belanghebbende op aangifte voldaan bedrag aan kolenbelasting over het tijdvak januari 2013. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
De Advocaat-Generaal C.M. Ettema heeft op 1 februari 2017 geconcludeerd tot het stellen van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (ECLI:NL:PHR:2017:27).
Zowel de Staatssecretaris als belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen falen op de gronden die zijn vermeld in het heden in de zaak met nummer 16/01382 tussen dezelfde partijen uitgesproken arrest van de Hoge Raad.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.