Home

Hoge Raad, 08-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:883, 18/00913

Hoge Raad, 08-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:883, 18/00913

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
8 juni 2018
Datum publicatie
8 juni 2018
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:883
Formele relaties
Zaaknummer
18/00913

Inhoudsindicatie

HR: art. 80a RO.

Uitspraak

8 juni 2018

nr. 18/00913

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z], Spanje, domicilie gekozen hebbende te Rotterdam (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 23 januari 2018, nr. BK-17/00698, betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2012 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikking inzake belastingrente.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.

De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur‑Generaal – het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.

2 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 8 juni 2018.