Hoge Raad, 15-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:924, 17/04452
Hoge Raad, 15-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:924, 17/04452
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 15 juni 2018
- Datum publicatie
- 15 juni 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:924
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2017:6781
- Zaaknummer
- 17/04452
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
15 juni 2018
nr. 17/04452
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van de fiscale eenheid [X1] B.V., [X2] B.V., c.s. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 8 augustus 2017, nr. 16/01148, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. ARN 15/6266) betreffende een door belanghebbende op aangifte voldaan bedrag aan omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2014 tot en met 31 maart 2014.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.