Hoge Raad, 22-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:970, 17/05897
Hoge Raad, 22-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:970, 17/05897
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 22 juni 2018
- Datum publicatie
- 22 juni 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:970
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2017:9644
- Zaaknummer
- 17/05897
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
22 juni 2018
nr. 17/05897
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 7 november 2017, nr. 16/01162, op het hoger beroep van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 15/6358) betreffende de ten aanzien van belanghebbende voor het jaar 2010 gegeven beschikking als bedoeld in artikel 3.151, lid 1, Wet IB 2001.
1 Geding in cassatie
De Staatssecretaris van Financiën heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
De Staatssecretaris heeft een conclusie van repliek ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van dupliek ingediend.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Staatssecretaris zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.