Home

Hoge Raad, 05-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1095, 18/04601

Hoge Raad, 05-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1095, 18/04601

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
5 juli 2019
Datum publicatie
5 juli 2019
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2019:1095
Zaaknummer
18/04601

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 18/04601

Datum 5 juli 2019

ARREST

In de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem‑Leeuwarden van 25 september 2018, nrs. 18/00172 en 18/00173, betreffende verzoeken van belanghebbende tot herziening van de uitspraken van dat Hof van 15 augustus 2017, nrs. 16/00343 en 16/01494.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het beroep in cassatie heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het beroep in cassatie of omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.

De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 5 juli 2019.