Home

Hoge Raad, 05-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1097, 19/01198

Hoge Raad, 05-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1097, 19/01198

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
5 juli 2019
Datum publicatie
5 juli 2019
ECLI
ECLI:NL:HR:2019:1097
Zaaknummer
19/01198

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 19/01198

Datum 5 juli 2019

ARREST

In de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETOUDERS VAN DE GEMEENTE HAARLEM

op het beroep in cassatie gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 22 januari 2019, nr. 18/00111, op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 17/03276) betreffende van belanghebbende geheven leges.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het beroep in cassatie heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het beroep in cassatie of omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.

De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 5 juli 2019.