Home

Hoge Raad, 19-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1250, 19/00862

Hoge Raad, 19-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1250, 19/00862

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
19 juli 2019
Datum publicatie
19 juli 2019
ECLI
ECLI:NL:HR:2019:1250
Zaaknummer
19/00862

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 19/00862

Datum 19 juli 2019

ARREST

In de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 januari 2019, nrs. 17/01389 tot en met 17/01395, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nrs. 16/1014, 16/1018, 16/1020, 16/1022, 16/1025, 16/1027 en 16/1029) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 2002 tot en met 2008 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing