Hoge Raad, 27-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1430, 19/02971
Hoge Raad, 27-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1430, 19/02971
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 27 september 2019
- Datum publicatie
- 27 september 2019
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2019:1430
- Formele relaties
- Aanvraag tot herziening van: ECLI:NL:HR:2018:2127
- Zaaknummer
- 19/02971
Inhoudsindicatie
HR verklaart het verzoek tot herziening n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 19/02971
Datum 27 september 2019
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
op het verzoek tot herziening van het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 16 november 2018, nr. 18/03236, ECLI:NL:HR:2018:2127.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzoek tot herziening
De Hoge Raad is van oordeel dat het ingediende verzoek geen behandeling in cassatie rechtvaardigt omdat het klaarblijkelijk niet tot herziening van voormeld arrest en derhalve niet tot cassatie kan leiden, aangezien het verzoekschrift geen feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 8:119, lid 1, van de Awb behelst.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het verzoek niet-ontvankelijk verklaren.
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het verzoek tot herziening niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 27 september 2019.