Hoge Raad, 01-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1451, 17/05174
Hoge Raad, 01-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1451, 17/05174
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 1 oktober 2019
- Datum publicatie
- 1 oktober 2019
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2019:1451
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2017:4676, Bekrachtiging/bevestiging
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2019:976
- Zaaknummer
- 17/05174
Inhoudsindicatie
Feitelijk leiding geven aan door rechtspersoon begaan medeplegen valsheid in geschrift (art. 225 Sr). 1. Bewijsklacht valsheid in geschrift en verwerping uos. 2. Bewijsklacht medeplegen. 3. Klacht m.b.t. strafmotivering. HR: art. 81.1 RO. Samenhang met 17/05174.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 17/05174
Datum 1 oktober 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 26 oktober 2017, nummer 20/001432-13, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1961,
hierna: de verdachte.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft B.Th. Nooitgedagt, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier B.C. Broekhuizen-Meuter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 oktober 2019.