Home

Hoge Raad, 05-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:166, 17/00005

Hoge Raad, 05-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:166, 17/00005

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
5 februari 2019
Datum publicatie
5 februari 2019
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2019:166
Formele relaties
Zaaknummer
17/00005

Inhoudsindicatie

Verduistering en diefstalen. Middelen over onvoldoende respons op uos’en en over ontoereikende bewijsmotivering. HR: art. 81.1 RO. Samenhang met 17/00270.

Uitspraak

5 februari 2019

Strafkamer

nr. S 17/00005

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 16 december 2016, nummer 21/002086-15, in de strafzaak tegen:

[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970.

1 Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft S.F.W. van 't Hullenaar, advocaat te Arnhem, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de opgelegde gevangenisstraf, tot vermindering daarvan en tot verwerping van het beroep voor het overige.

De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2. Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak

De Hoge Raad doet uitspraak nadat meer dan 2 jaren zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Dat brengt mee dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM is overschreden. Dit moet leiden tot vermindering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van 21 maanden.

4 Beslissing

De Hoge Raad:

vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf;

vermindert deze in die zin dat deze twintig maanden beloopt;

verwerpt het beroep voor het overige.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 februari 2019.