Home

Hoge Raad, 10-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:703, 18/04590

Hoge Raad, 10-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:703, 18/04590

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
10 mei 2019
Datum publicatie
10 mei 2019
ECLI
ECLI:NL:HR:2019:703
Formele relaties
Zaaknummer
18/04590

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

10 mei 2019

Nr. 18/04590

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 4 oktober 2018, nr. 18/00132, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. BRE 16/2289) betreffende een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing