Hoge Raad, 24-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:794, 18/03107
Hoge Raad, 24-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:794, 18/03107
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 24 mei 2019
- Datum publicatie
- 24 mei 2019
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2019:794
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2018:2441
- Zaaknummer
- 18/03107
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
24 mei 2019
Nr. 18/03107
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] N.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 14 juni 2018, nr. 17/00390, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 15/5389) betreffende een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de loonheffingen over het tijdvak 1 april 2013 tot en met 29 april 2013.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.