Hoge Raad, 24-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:818, 18/03884
Hoge Raad, 24-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:818, 18/03884
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 24 mei 2019
- Datum publicatie
- 24 mei 2019
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2019:818
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2018:7687
- Zaaknummer
- 18/03884
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
24 mei 2019
Nr. 18/03884
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 4 september 2018, nr. 18/00006, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. 17/3383) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2014 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikking inzake belastingrente.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.