Hoge Raad, 14-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:940, 18/03858
Hoge Raad, 14-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:940, 18/03858
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 14 juni 2019
- Datum publicatie
- 14 juni 2019
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2019:940
- Zaaknummer
- 18/03858
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
Hoge Raad der Nederlanden
Derde Kamer
Nr. 18/03858
14 juni 2019
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 1 augustus 2018, nr. BK‑17/00747, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (nr. ROT 17/426) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2016 opgelegde aanslagen in de rioolheffing van de gemeente Hellevoetsluis.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardepaling heeft een verweerschrift ingediend. Aangezien dit geschrift bij de Hoge Raad na afloop van de daartoe gestelde termijn is ingediend, slaat de Hoge Raad op dit stuk geen acht.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.