Home

Hoge Raad, 03-07-2020, ECLI:NL:HR:2020:1195, 19/00287

Hoge Raad, 03-07-2020, ECLI:NL:HR:2020:1195, 19/00287

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
3 juli 2020
Datum publicatie
3 juli 2020
ECLI
ECLI:NL:HR:2020:1195
Formele relaties
Zaaknummer
19/00287

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van artikel 80a RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 19/00287

Datum 3 juli 2020

ARREST

in de zaak van

[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 6 december 2018, nrs. 17/00106 en 17/00107, betreffende aan belanghebbende over de periode 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010 opgelegde naheffingsaanslagen in de omzetbelasting, de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente en de daarbij gegeven boetebeschikkingen.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur- generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.

De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 3 juli 2020.