Hoge Raad, 25-09-2020, ECLI:NL:HR:2020:1478, 19/05123
Hoge Raad, 25-09-2020, ECLI:NL:HR:2020:1478, 19/05123
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 25 september 2020
- Datum publicatie
- 25 september 2020
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2020:1478
- Zaaknummer
- 19/05123
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 19/05123
Datum 25 september 2020
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 17 oktober 2019, nrs. 18/00493 tot en met 18/00498, op het hoger beroep van belanghebbende en het incidentele hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. BRE 17/6934, 17/6936 tot en met 17/6939 en 17/6941) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 2010 tot en met 2014 opgelegde (navorderings)aanslagen in de inkomstenbelastingbelasting/premie volksverzekeringen, de voor het jaar 2014 opgelegde aanslag in de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet, de daarbij over de jaren 2010 tot en met 2013 gegeven boetebeschikkingen en de daarbij over de jaren 2010 tot en met 2014 gegeven beschikkingen inzake heffingsrente en belastingrente.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.