Hoge Raad, 21-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:290, 18/02852
Hoge Raad, 21-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:290, 18/02852
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 21 februari 2020
- Datum publicatie
- 21 februari 2020
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2020:290
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2018:4480
- Zaaknummer
- 18/02852
Inhoudsindicatie
De HR verklaart het beroep ongegrond zie ook 18/02853.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 18/02852
Datum 21 februari 2020
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem‑Leeuwarden van 23 mei 2018, nr. 16/00364, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 15/1971) betreffende de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen falen op de gronden die zijn vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak met nummer 18/02853.
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.