Hoge Raad, 01-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:816, 20/00064
Hoge Raad, 01-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:816, 20/00064
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 1 mei 2020
- Datum publicatie
- 1 mei 2020
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2020:816
- Formele relaties
- Aanvraag tot herziening van: ECLI:NL:HR:2019:1259
- Zaaknummer
- 20/00064
Inhoudsindicatie
HR verklaart het verzoek tot herziening n-o met toepassing van artikel 80a RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 20/00064
Datum 1 mei 2020
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
op het verzoek tot herziening van het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 19 juli 2019, nr. 18/03472, ECLI:NL:HR:2019:1259, betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2011 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzoek tot herziening
De Hoge Raad heeft het verzoek tot herziening beoordeeld. De procureur-generaal bij de
Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het verzoek tot herziening duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het verzoek zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het verzoek tot herziening niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 1 mei 2020.