Hoge Raad, 24-09-2021, ECLI:NL:HR:2021:1355, 21/00375
Hoge Raad, 24-09-2021, ECLI:NL:HR:2021:1355, 21/00375
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 24 september 2021
- Datum publicatie
- 24 september 2021
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2021:1355
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2020:3865
- Zaaknummer
- 21/00375
Inhoudsindicatie
dwangsom wegens niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar; ingebrekestelling onbevoegd bestuursorgaan; art. 4:17, lid 3, Awb en art. 2:3 Awb
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 21/00375
Datum 24 september 2021
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
het DAGELIJKS BESTUUR VAN COCENSUS
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 22 december 2020, nr. 19/00818, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 18/3400) betreffende een verzoek van belanghebbende om toekenning van een dwangsom wegens het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende, vertegenwoordigd door G. Veldhuisen, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Het dagelijks bestuur van Cocensus, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Uitgangspunten in cassatie
De heffingsambtenaar van de gemeente Haarlem heeft belanghebbende een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd waartegen belanghebbende bezwaar heeft gemaakt. Met dagtekening 31 mei 2016 heeft de heffingsambtenaar belanghebbende een duplicaatnaheffingsaanslag toegezonden, waarin is vermeld:“U kunt het bezwaarschrift schriftelijk indienen bij de gemeente Haarlem, t.a.v. de Inspecteur Belastingen, Postbus 796, 2130 AT Hoofddorp.”
Belanghebbende heeft een kopie van het bezwaarschrift verzonden met als bijlage een ingevuld ‘formulier dwangsom bij niet tijdig beslissen’. De adressering in de kopie van het bezwaarschrift luidt:"De Inspecteur Belastingen (...)Gemeente Haarlemmermeer Fax: 023-5563561 (buiten gebruik)Antwoordnummer 400 Email: info@haarlemmermeer.nl2130 WB Hoofddorp (...) "Op het bijgevoegde formulier is als datum vermeld: 2 mei 2017 Op het bezwaarschrift is een stempel geplaatst met de tekst:“INGEKOMEN 08 MEI 2017”
De heffingsambtenaar heeft op 24 mei 2017 uitspraak op bezwaar gedaan en bij beschikking van 1 augustus 2017 een dwangsom van € 40 toegekend.
3 Procedure bij het Hof
Bij het Hof was de hoogte van de dwangsom in geschil.
Belanghebbende betoogde met verwijzing naar in hoger beroep overgelegde bescheiden dat de ingebrekestelling op 2 mei 2017 door een onbevoegd bestuursorgaan (onderdeel van de gemeente Haarlemmermeer en niet van de gemeente Haarlem) is ontvangen en dat die datum bij het bepalen van de verschuldigde dwangsom uitgangspunt moet zijn.
Het Hof heeft geoordeeld dat, ook indien veronderstellenderwijs moet worden aangenomen dat de ingebrekestelling op 2 mei 2017 bij het onbevoegde bestuursorgaan is ingediend, het begin van de termijn waarover de dwangsom is verschuldigd niet eerder is aangevangen dan op 8 mei 2017, de datum waarop de ingebrekestelling door het bevoegde bestuursorgaan is ontvangen. Op die grond heeft het Hof het hoger beroep ongegrond geacht.