Hoge Raad, 05-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1510, 20/03338
Hoge Raad, 05-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1510, 20/03338
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 5 november 2021
- Datum publicatie
- 5 november 2021
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2021:1510
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2020:7158
- Zaaknummer
- 20/03338
Inhoudsindicatie
Procesrecht. Invordering. Art. 10 en art. 15 Invorderingswet 1990; art. 7, lid 1, Kostenwet invordering rijksbelastingen; art. 4:122 en 4:123 Awb; zijn kosten dwangbevel rechtsgeldig in rekening gebracht door vermelding in exploot van betekening dwangbevel? Executoriale titel?
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 20/03338
Datum 5 november 2021
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 8 september 2020, nr. 20/003451, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 19/2453) betreffende aan belanghebbende in rekening gebrachte kosten van vervolging.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende, vertegenwoordigd door R.B.H. Beune, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Uitgangspunten in cassatie
Belanghebbende en [A] zijn vennoten in VOF [B]. De Ontvanger heeft op 28 november 2018 tegen belanghebbende acht dwangbevelen ter versnelde invordering van navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen ten bedrage van in totaal € 1.772.758 uitgevaardigd. Voorts is op het dwangbevel vermeld ‘Tot nu toe verschuldigde kosten van vervolging: € 0,00’.
Bij exploot heeft de belastingdeurwaarder deze dwangbevelen op 28 november 2018 om 09.45 uur betekend. In het exploot van de belastingdeurwaarder is vermeld dat de betekeningskosten € 12.197 belopen met de vermelding ‘Als u de schuld binnen 2 dagen betaalt dan bent u de betekeningskosten niet verschuldigd’.
3 Procedure bij het Hof
Bij het Hof was, voor zover in cassatie van belang, in geschil of de kosten rechtsgeldig in rekening waren gebracht.
Het Hof heeft geoordeeld dat de kosten rechtsgeldig in rekening zijn gebracht. Daartoe heeft het Hof overwogen dat de kosten weliswaar niet zijn vermeld op de dwangbevelen maar in het exploot, zodat de zaak afwijkt van het geval dat door de Hoge Raad in het arrest van 17 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1200 is beslist, maar dat niet reeds daarom moet worden geconcludeerd dat van een rechtsgeldig in rekening brengen van de kosten geen sprake is. Het oordeel van de Hoge Raad ziet immers op de situatie waarin vervolgingskosten door de ontvanger in rekening zijn gebracht, aldus het Hof.