Hoge Raad, 19-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1733, 21/00838
Hoge Raad, 19-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1733, 21/00838
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 19 november 2021
- Datum publicatie
- 19 november 2021
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2021:1733
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2021:53, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 21/00838
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 21/00838
Datum 19 november 2021
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 19 januari 2021, nrs. BK-20/00318, BK-20/00319 en BK-20/004321, op het hoger beroep van de Inspecteur en het incidenteel hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nrs. SGR 19/2759, SGR 19/2760 en SGR 19/2761) betreffende aan belanghebbende over de jaren 2012 en 2013 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de voor het jaar 2014 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, en de voor de jaren 2012 en 2013 gegeven boetebeschikkingen en beschikkingen inzake belastingrente.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende, vertegenwoordigd door A.H.G. Katz, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.