Home

Hoge Raad, 26-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1777, 21/01294

Hoge Raad, 26-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1777, 21/01294

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
26 november 2021
Datum publicatie
26 november 2021
ECLI
ECLI:NL:HR:2021:1777
Formele relaties
Zaaknummer
21/01294

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 21/01294

Datum 26 november 2021

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN,

vertegenwoordigd door [P],

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 9 februari 2021, nrs. 18/00406 tot en met 18/004081, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van Rechtbank Noord-Holland (nrs. HAA 18/100 tot en met HAA 18/102).

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.

De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet–ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 26 november 2021.