Home

Hoge Raad, 17-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1905, 21/04805, 21/04806

Hoge Raad, 17-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1905, 21/04805, 21/04806

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
17 december 2021
Datum publicatie
17 december 2021
ECLI
ECLI:NL:HR:2021:1905
Zaaknummer
21/04805

Inhoudsindicatie

Art. 8:15 Awb. Art. 8:16 Awb. Motivering wrakingsverzoek. De Hoge Raad stelt de verzoeken tot wraking buiten behandeling.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

VIERDE KAMER

Nummer 21/04805 en 21/04806

Datum 17 december 2021

BESLISSING

in de zaken van

[verzoeker] te [plaats] (hierna: verzoeker)

betreffende de door verzoeker ingediende verzoeken tot wraking van de hierna te noemen leden van de Hoge Raad.

1 De procedure

1.1

Verzoeker heeft bij de Hoge Raad beroep in cassatie ingesteld in de zaken die bij de belastingkamer van de Hoge Raad zijn ingeschreven onder de nummers 21/00227 en 21/00254. Bij berichten van 11 november 2021 is aan verzoeker meegedeeld dat op 19 november 2021 in de hiervoor genoemde zaken uitspraak zal worden gedaan. Tevens is daarin meegedeeld dat de beslissingen zullen worden genomen door de raadsheren E.N. Punt, E.F. Faase en J.A.R. van Eijsden.

1.2

Bij op 18 november 2021 ter griffie van de Hoge Raad ingekomen berichten, heeft verzoeker de wraking verzocht van de hiervoor in 1.1 vermelde leden van de Hoge Raad. De wrakingsverzoeken zijn bij de Hoge Raad ingeschreven onder de nummers 21/04805 en 21/04806. De drie raadsheren waartegen de wrakingsverzoeken zijn gericht hebben meegedeeld dat zij niet in de wraking berusten.

2 Beoordeling van de wrakingsverzoeken

2.1

Ingevolge artikel 8:15 Awb kan elk van de rechters die een zaak behandelen, door een partij worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Ingevolge artikel 29 AWR is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op de behandeling van het beroep in cassatie in belastingzaken.

2.2

Verzoeker heeft in zijn (identieke) berichten van 18 november 2021 het volgende aangevoerd:

Verzoek tot Wraking leden H/R mr E.N.Punt- E.F.Faase- J.A.R van Eijsden

eiser tot Cassatie [verzoeker] , wraakt uw edelhoogachtbare leden op grond van schenden

artikel 6.1 EVRM recht op Fair Trial , recht op toegang tot de rechter, geschonden door

weigeren vrijstelling griffie recht. Met inachtneming dat verweerder Belastingdienst

dit zelf verorzaakt heeft door onrechtmatig inkomsten belasting uit werk en woning

te heffen over de opgelopen Letselschade uitkeringen na 22 april 2001.

met inachtneming dat zonder oplopen Letselschade na 22 april 2001 er nihil uitkeringen waren uitgekeerd . gelijk stellen letselschade met elke vorm van arbeidsongeschiktheid .is een onrechtmatige daad Burgerlijk Wetboek 6 artikel 162. ECLI-NL-HR-2017-18.

Eiser cassatie [verzoeker] was alleen verplicht conform artikel 150 Sr met bewijs te komen dat eiser cassatie [verzoeker] Letselschade had opgelopen bij werkgever [A] .

Conform stelplicht arikel 24 Rv Jo en artikel 149 Rv eerste lid.

Waren ingevoegde Melding Letselschade 2 april 2002 / onder Ede afgelgede verklaring Arts [B] januari 2007 en 14 oktober 2019, voldoende om aan stelplicht te voldoen dat eiser Cassatie na 22 april 2001 Nihil inkomen uit werk en woning kon verdienen.

Conform Arrest Hoge Raad Der Nederlanden. Recht op vrijstelling inkomsten belasting uit werk en woning. Doordat er geen inkomen werd verdiend uit werk en woning na 22 april 2001. weigeren om Pre Judiciele vraag aan uw Edelhoogachtbaar College te mogen voorleggen valt onder schenden gedragscode Rechterlijke macht. Artikel 2. punt 2.1/punt 2.2/punt 2.3 punt 2.4. alsmede onder bestendigen opgelopen schade na 22 april 2001. door de belastingdienst veroorzaakt.

Ter voorkomen dat uw Edelhoogachtbaar College er mee wegkomt. Inhoudelijk niet op het

cassatie Beroep vrijstelling inkomstenbelasting uit werk en woning voor alle letselschade

slachtoffers te behandelen. Met niets zeggend Arrest komt zonder verwijzing naar

Arrest Hoge Raad Der Nederlanden dat alle slachtoffers van Letselschade vrij gesteld zijn van inkomsten belasting uit werk en woning/zonder overleggen van een VSO aan de belastingdienst.

Ook zonder Vonnis van de Rechtbanken /Hoven dat er Letselschade is opgelopen.

Conform Arrest van de Hoge Raad Der Nederlanden.

Is vaststellen opgelopen Letselschade voldoende stelplicht artikel 150 S r. om recht op vrijstelling inkomsten belasting uit werk en woning te eisen van de belastingdienst.

Weigeren Pre Judiciele vraag aan uw Edelhoogachtbaar College voor te leggen. Door Rechtbank en Hof was ter kwade trouw. Rechtbank en Hof waren beroepshalve op de hoogte dat er geen aanvulende eisen werden gesteld in het Arrest. Vrijstelling inkomsten belasting slachtoffers van Letselschade. Ook dit valt onder het rapport van WRT. Schending gedragscode Rechterlijke Macht.

Eiser cassatie [verzoeker] verzoek uit uw comfort zone te komen, en mondelinge wraking zitting toe te wijzen .de 11 jaar lopende procedure is mede voor alle slachtoffers van Letselschade in Nederland. Die naast oplopen Letselschade zwaar getraumatiseerd worden door de belastingdienst. Die onrechtmatig zonder wettelijke grondslag een VSO eist van slachtoffers van Letselschade.

Eiser cassatie [verzoeker] verzoek u dat het uw Edelhoogachtbaar wraking college mogen behagen mondelinge zitting toe te wijzen. En wraking grond gegrond te verklaren met toestemming dat eiser cassatie bij hoge uitzondering Pre Judiciele vraag aan uw Edelhoogachtbaar college over Arrest vrijstelling inkomsten belasting uit werk en woning. Slachtoffers van Letselschade op persoonlijke titel gevoerd. mag voorleggen aan het Edelhoogachtbaar College van de Hoge Raad Der Nederlanden

2.3

Ingevolge artikel 8:16 lid 2 Awb moet een wrakingsverzoek worden gemotiveerd. Dit houdt in dat het verzoek de feiten of omstandigheden dient te vermelden waardoor volgens de verzoeker de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Een verzoek dat niet voldoet aan deze motiveringseis, kan niet worden aangemerkt als een wrakingsverzoek in de zin van artikel 8:15 Awb. Alle feiten en omstandigheden moeten tegelijk worden voorgedragen (artikel 8:16 lid 3 Awb). Artikel 2.3.2, aanhef en onder a, Protocol deelname aan behandeling en beraadslaging van de Hoge Raad der Nederlanden bepaalt dat de wrakingskamer zonder daartoe een zitting te houden kan beslissen een verzoek om wraking niet in behandeling te nemen indien het verzoek niet is gemotiveerd. Artikel 8:18 lid 1 Awb staat daaraan niet in de weg. Dat voorschrift is immers alleen van toepassing indien sprake is van een verzoek dat kan worden aangemerkt als een wrakingsverzoek in de zin van artikel 8:15 Awb. Die uitleg sluit ook aan bij de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, inhoudende dat de hoofdregel dat de behandeling van een wrakingsverzoek niet achterwege mag worden gelaten, alleen geldt bij een verzoek dat “does not immediately appear to be manifestly devoid of merit”.1

2.4

De berichten van 18 november 2021 bevatten weliswaar een uiteenzetting van feiten en omstandigheden, maar geen feiten of omstandigheden die een of meer van de gewraakte raadsheren kunnen betreffen. De berichten bevatten evenmin feiten of omstandigheden die kunnen meebrengen dat de rechterlijke onpartijdigheid bij de behandeling van het beroep in cassatie schade zou kunnen lijden. De onderhavige verzoeken voldoen daarmee niet aan de eis dat het verzoek tot wraking is gemotiveerd en kunnen dus niet worden aangemerkt als wrakingsverzoeken in de zin van artikel 8:15 Awb. Om die reden zal de wrakingskamer de verzoeken buiten behandeling laten.

3 Beslissing

De Hoge Raad stelt de verzoeken tot wraking buiten behandeling.

Deze beslissing is gewezen door de vicepresident V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek en F.J.P. Lock, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A. Woller-van Welie, en in het openbaar uitgesproken op 17 december 2021.