Home

Hoge Raad, 09-04-2021, ECLI:NL:HR:2021:550, 20/03036

Hoge Raad, 09-04-2021, ECLI:NL:HR:2021:550, 20/03036

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
9 april 2021
Datum publicatie
9 april 2021
ECLI
ECLI:NL:HR:2021:550
Zaaknummer
20/03036

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 20/03036

Datum 9 april 2021

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 14 juli 2020, nrs. 20/00409 en 20/00504, op het verzoek van belanghebbende tot het treffen van een voorlopige voorziening en het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 19/1936).

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van de Hoge Raad heeft op 27 november 2020 aan belanghebbende bericht dat voor de bij de Hoge Raad geregistreerde zaken van belanghebbende met de nummers 20/03036 (deze zaak) en 20/03035 éénmaal griffierecht geheven zal worden, en dat dit griffierecht zal worden geheven in de zaak met nummer 20/03035. Bij uitspraak van heden heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie in de zaak met nummer 20/03035 niet–ontvankelijk verklaard omdat griffierecht niet is betaald. Op dezelfde grond moet ook het beroep in cassatie in deze zaak niet-ontvankelijk worden verklaard.

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 9 april 2021.