Hoge Raad, 16-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1244, 21/04425
Hoge Raad, 16-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1244, 21/04425
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 16 september 2022
- Datum publicatie
- 16 september 2022
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2022:1244
- Zaaknummer
- 21/04425
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 21/04425
Datum 16 september 2022
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN,
vertegenwoordigd door [P] ,
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 24 september 2021, nr. BRE 21/9, op het verzet van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank van 1 juni 2021.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de Rechtbank op het verzet beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.E. van Hilten als voorzitter, en de raadsheren E.N. Punt en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 16 september 2022.