Hoge Raad, 04-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:142, 21/01207
Hoge Raad, 04-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:142, 21/01207
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 4 februari 2022
- Datum publicatie
- 4 februari 2022
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2022:142
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2021:941
- Zaaknummer
- 21/01207
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 21/01207
Datum 4 februari 2022
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende),
vertegenwoordigd door A. Bakker,
tegen
het DAGELIJKS BESTUUR VAN HET NOORDELIJK BELASTINGKANTOOR, vertegenwoordigd door [P],
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 2 februari 2021, nr. 20/003391, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (nr. LEE 18/2186) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken voor het jaar 2018 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z].
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie nietontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 4 februari 2022.