Hoge Raad, 11-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1640, 22/01899
Hoge Raad, 11-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1640, 22/01899
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 11 november 2022
- Datum publicatie
- 11 november 2022
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2022:1640
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2022:2740
- Zaaknummer
- 22/01899
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 22/01899
Datum 11 november 2022
ARREST
in de zaak van
[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende),
vertegenwoordigd door L.A. Bource en M. Snikkenburg,
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN,
vertegenwoordigd door [P] ,
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 12 april 2022, nr. 20/003791.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 20 juli 2022 gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling daarvan een termijn van vier weken gesteld. Deze brief is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgeleverd op het door de gemachtigde van belanghebbende opgegeven adres. Het griffierecht is niet binnen de gestelde termijn voldaan.
De griffier van de Hoge Raad heeft op 23 augustus 2022 een bericht in het digitale dossier van belanghebbende geplaatst waarbij belanghebbende in de gelegenheid is gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruikt gemaakt.
Het beroep in cassatie moet daarom op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb niet-ontvankelijk worden verklaard.
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 11 november 2022.
Het door belanghebbende als griffierecht betaalde bedrag van € 541 wordt door de griffier van de Hoge Raad aan belanghebbende teruggegeven.