Hoge Raad, 11-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:179, 21/02663
Hoge Raad, 11-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:179, 21/02663
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 11 februari 2022
- Datum publicatie
- 11 februari 2022
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2022:179
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2021:1490
- Zaaknummer
- 21/02663
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 21/02663
Datum 11 februari 2022
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] , Nieuw Zeeland (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN,
vertegenwoordigd door [P] ,
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 20 mei 2021, nr. 20/002321, op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. BRE 19/2175) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2015 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureurgeneraal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 11 februari 2022.