Hoge Raad, 18-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:219, 21/02130
Hoge Raad, 18-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:219, 21/02130
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 18 februari 2022
- Datum publicatie
- 18 februari 2022
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2022:219
- Zaaknummer
- 21/02130
Inhoudsindicatie
HR verklaart het verzoek tot herziening n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 21/02130
Datum 18 februari 2022
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
op het verzoek tot herziening van het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 7 mei 2021, nr. 20/03322, ECLI:NL:HR:2021:719.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzoek tot herziening
De Hoge Raad heeft het verzoek tot herziening beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het verzoek tot herziening duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het verzoek zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het verzoek tot herziening niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer E.N. Punt als voorzitter, en de raadsheren E.F. Faase en J.A.R. van Eijsden, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 18 februari 2022.