Home

Hoge Raad, 18-03-2022, ECLI:NL:HR:2022:386, 21/03931

Hoge Raad, 18-03-2022, ECLI:NL:HR:2022:386, 21/03931

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
18 maart 2022
Datum publicatie
18 maart 2022
ECLI
ECLI:NL:HR:2022:386
Formele relaties
Zaaknummer
21/03931

Inhoudsindicatie

HR verklaart het verzoek om herziening n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 21/03931

Datum 18 maart 2022

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

op het verzoek om herziening van het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 16 november 2018, nr. 18/03236, ECLI:NL:HR:2018:2127.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzoek om herziening

De Hoge Raad heeft het verzoek om herziening beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.

De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het verzoek om herziening duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het verzoek zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het verzoek om herziening niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president M.E. van Hilten als voorzitter, en de raadsheren E.N. Punt en J.A.R. van Eijsden, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 18 maart 2022.