Hoge Raad, 08-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:551, 21/04684
Hoge Raad, 08-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:551, 21/04684
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 8 april 2022
- Datum publicatie
- 8 april 2022
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2022:551
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2021:1986
- Zaaknummer
- 21/04684
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 21/04684
Datum 8 april 2022
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN,
vertegenwoordigd door [P],
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 12 oktober 2021, nr. BK-21/002081.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De griffier heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 22 december 2021 gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling daarvan een termijn van vier weken gesteld. Deze brief is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres. Het griffierecht is niet voldaan.
De griffier heeft belanghebbende bij brief van 20 januari 2022 in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet is betaald. Hetgeen belanghebbende in zijn brief van 16 februari 2022 aanvoert, vormt geen grond voor het oordeel dat belanghebbende niet in verzuim is geweest.
Het beroep in cassatie moet daarom op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb niet ontvankelijk worden verklaard.
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 8 april 2022.