Home

Hoge Raad, 10-11-2023, ECLI:NL:HR:2023:1543, 22/03334

Hoge Raad, 10-11-2023, ECLI:NL:HR:2023:1543, 22/03334

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
10 november 2023
Datum publicatie
10 november 2023
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:1543
Formele relaties
Zaaknummer
22/03334

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 22/03334

Datum 10 november 2023

ARREST

in de zaak van

[X] B.V. (hierna: belanghebbende)

tegen

het DAGELIJKS BESTUUR VAN COCENCUS

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 3 augustus 2022, nr. 21/005371, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 20/2102) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2020 opgelegde aanslag rioolheffing.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.

Het dagelijks bestuur van Cocencus, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de klachten

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing