Hoge Raad, 15-12-2023, ECLI:NL:HR:2023:1752, 22/03498
Hoge Raad, 15-12-2023, ECLI:NL:HR:2023:1752, 22/03498
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 15 december 2023
- Datum publicatie
- 15 december 2023
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2023:1752
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2022:2412
- Zaaknummer
- 22/03498
Inhoudsindicatie
Art. 73 Waterschapswet (thans art. 2, lid 3, en 6 Bekendmakingswet). Bekendmaking van in bij Verordening behorende Bijlage genoemde NEN-normen.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 22/03498
Datum 15 december 2023
ARREST
in de zaak van
het DAGELIJKS BESTUUR VAN HET WATERSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT
tegen
[X] B.V. (hierna: belanghebbende)
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 9 augustus 2022, nrs. 21/01715 en 21/01716,1 op het hoger beroep van de heffingsambtenaar van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (nrs. AMS 20/2470 en 20/2636) betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2018 en 2019 opgelegde aanslagen in de zuiveringsheffing.
1 Geding in cassatie
Het dagelijks bestuur van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, vertegenwoordigd door [P], heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Belanghebbende, vertegenwoordigd door P.F. van der Muur en R.J. van der Zwan, heeft een verweerschrift ingediend.
2 Uitgangspunten in cassatie
De heffingsambtenaar van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht heeft belanghebbende voor de jaren 2018 en 2019 aanslagen zuiveringsheffing bedrijven opgelegd (hierna: de aanslagen).
Op de aanslagen zijn toepasselijk de Verordening Zuiveringsheffing Amstel, Gooi en Vecht 2018, respectievelijk de Verordening Zuiveringsheffing Amstel, Gooi en Vecht 2019 (hierna: de Verordeningen).
De Verordeningen houden in dat de heffingsmaatstaf is de vervuilingswaarde, uitgedrukt in vervuilingseenheden, van stoffen die in het kalenderjaar worden afgevoerd. Voor de bepaling van het aantal vervuilingseenheden en de berekening ervan met behulp van door meting, bemonstering en analyse verkregen gegevens, verwijzen de artikelen 9 en 10 van de Verordeningen naar een tot de Verordeningen behorende Bijlage 1 (hierna: de Bijlage). In de Bijlage wordt verwezen naar normen aangeduid als NEN 6600-1 (hierna: de NEN-normen).
3 Procedure bij het Hof
Bij het Hof was de verbindendheid van de Verordeningen in geschil. Met name was in geschil of ten aanzien van de NEN-normen is voldaan aan de bekendmakingseis van artikel 73 Waterschapswet.
Het Hof heeft met verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 19 juni 20152 geoordeeld dat, behoudens verwijzing in een verordening naar een in de Staatscourant gepubliceerde tekst van NEN-normen, een verordening waarin naar NEN-normen wordt verwezen onverbindend is indien die normen niet in de verordening zijn opgenomen, dan wel – in geval van terinzagelegging – in de verordening niet is vermeld dat (en waar) die normen ter inzage liggen en dat daarvan desgewenst afschriften worden verstrekt.
Voor het Hof stond vast dat in de Verordeningen niet is vermeld dat de NEN-normen ter inzage liggen. Naar aanleiding van het betoog van de heffingsambtenaar dat de NEN-normen in zijn kantoor ter inzage hebben gelegen, heeft het Hof overwogen dat daarmee niet is voldaan aan het bekendmakingsvereiste van de artikelen 73 en 111 Waterschapswet omdat die terinzagelegging niet in de Verordeningen is vermeld.
Voor het Hof stond tevens vast dat in de Verordeningen niet is verwezen naar een in de Staatscourant gepubliceerde tekst van de NEN-normen. Het Hof heeft geoordeeld dat, anders dan de heffingsambtenaar betoogde, de arresten van 1 februari 20193 en van 7 juni 20194 niet de ruimte laten de Verordeningen als verbindend te beschouwen op de grond dat in het individuele geval kan worden aangenomen dat de belanghebbende in voldoende mate op de hoogte is van de voor de heffing van belang zijnde NEN-normen.