Hoge Raad, 10-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:372, 22/03182
Hoge Raad, 10-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:372, 22/03182
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 10 maart 2023
- Datum publicatie
- 10 maart 2023
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2023:372
- Formele relaties
- In sprongcassatie op: ECLI:NL:RBZWB:2022:3882
- Herziening: ECLI:NL:HR:2024:64
- Zaaknummer
- 22/03182
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 22/03182
Datum 10 maart 2023
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN,
vertegenwoordigd door [P] ,
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 15 juli 2022, nrs. BRE 20/9832 en 20/9834, op het verzet van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank van 7 juli 2021.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 20 oktober 2022 gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling daarvan een termijn van vier weken gesteld. Deze brief is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres. Het griffierecht is niet binnen de gestelde termijn voldaan.
De griffier van de Hoge Raad heeft op 18 november 2022 een bericht in het digitale dossier van belanghebbende geplaatst waarbij belanghebbende in de gelegenheid is gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet tijdig is betaald. Hetgeen belanghebbende in zijn via het webportaal van de Hoge Raad ingediende bericht van 29 november 2022 aanvoert, vormt geen grond voor het oordeel dat belanghebbende niet in verzuim is geweest.
Het beroep in cassatie moet daarom op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb niet-ontvankelijk worden verklaard.
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 10 maart 2023.
Het door belanghebbende als griffierecht betaalde bedrag van € 136 wordt door de griffier van de Hoge Raad aan belanghebbende teruggegeven.