Home

Hoge Raad, 14-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:583, 22/00428

Hoge Raad, 14-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:583, 22/00428

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
14 april 2023
Datum publicatie
14 april 2023
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:583
Formele relaties
Zaaknummer
22/00428

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 22/00428

Datum 14 april 2023

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ZWARTEWATERLAND

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 21 december 2021, nr. 21/000331, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Overijssel (nr. Awb 19/2000) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken, de aanslag in de onroerendezaakbelasting van de gemeente Zwartewaterland en de aanslag rioolheffing voor het jaar 2019 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z].

1 Geding in cassatie

Belanghebbende, vertegenwoordigd door M.M. Vrolijk, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.

Het college van burgemeester en wethouders van Zwartewaterland, vertegenwoordigd door E.J. Bilder, heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek en een nader stuk ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing