Home

Hoge Raad, 14-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:586, 22/00811

Hoge Raad, 14-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:586, 22/00811

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
14 april 2023
Datum publicatie
14 april 2023
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:586
Formele relaties
Zaaknummer
22/00811

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 22/00811

Datum 14 april 2023

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

1. het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE DEN HAAG, vertegenwoordigd door P. van Heerwaarden,

2. de STAAT (de MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID)

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 25 januari 2022, nr. BK-21/003101, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 20/2933) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken van de gemeente Den Haag voor het jaar 2018 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Q].

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureurgeneraal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen. De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 14 april 2023.