Home

Hoge Raad, 13-09-2024, ECLI:NL:HR:2024:1211, 24/00766

Hoge Raad, 13-09-2024, ECLI:NL:HR:2024:1211, 24/00766

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
13 september 2024
Datum publicatie
13 september 2024
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:1211
Formele relaties
Zaaknummer
24/00766

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 24/00766

Datum 13 september 2024

ARREST

in de zaak van

[X] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 10 januari 2024, nrs. BK-23/5 tot en met BK-23/71, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nrs. SGR 21/1342, SGR 22/3346 en SGR 22/3623) betreffende aan belanghebbende uitgereikte zogenoemde rekeningen voor fijnstoftoeslag motorrijtuigenbelasting en een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.

De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de klachten

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing