Home

Hoge Raad, 20-09-2024, ECLI:NL:HR:2024:1245, 23/00873

Hoge Raad, 20-09-2024, ECLI:NL:HR:2024:1245, 23/00873

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
20 september 2024
Datum publicatie
20 september 2024
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:1245
Formele relaties
Zaaknummer
23/00873

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 23/00873

Datum 20 september 2024

ARREST

in de zaak van

[X] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 25 januari 2023, nrs. 21/01460 tot en met 21/014691, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. AWB 18/895 tot en met AWB 18/898, 15/8397 tot en met 15/8400, 15/8402 en 15/8403) betreffende ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikkingen inzake dividendbelasting.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende, vertegenwoordigd door M. Sanders, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.

De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

De Staatssecretaris heeft een conclusie van dupliek ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing