Hoge Raad, 18-10-2024, ECLI:NL:HR:2024:1485, 24/00869
Hoge Raad, 18-10-2024, ECLI:NL:HR:2024:1485, 24/00869
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 18 oktober 2024
- Datum publicatie
- 18 oktober 2024
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2024:1485
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2024:625
- Zaaknummer
- 24/00869
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 24/00869
Datum 18 oktober 2024
ARREST
in de zaak van
[X] (hierna: belanghebbende)
tegen
het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE WAADHOEKE
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, van 23 januari 2024, nr. BK-ARN 22/17641, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (nr. 21/1992) betreffende een aan belanghebbende voor het jaar 2021 opgelegde aanslag in de rioolheffing.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende, vertegenwoordigd door H.A. Sarolea, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waadhoeke, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend. Aangezien dit geschrift bij de Hoge Raad na afloop van de daartoe gestelde termijn is ingediend, slaat de Hoge Raad op dit stuk geen acht.
2 Beoordeling van de klachten
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.