Home

Hoge Raad, 08-11-2024, ECLI:NL:HR:2024:1581, 24/02315

Hoge Raad, 08-11-2024, ECLI:NL:HR:2024:1581, 24/02315

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
8 november 2024
Datum publicatie
8 november 2024
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:1581
Formele relaties
Zaaknummer
24/02315

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 24/02315

Datum 8 november 2024

ARREST

op het door A.A. WOUTERS ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 7 mei 2024, nr. SGR 23/28961.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Het beroep in cassatie is volgens het beroepschrift ingesteld namens de erven van [A].

De griffier van de Hoge Raad heeft de indiener van het beroepschrift daarop verzocht binnen zes weken een verklaring van erfrecht en een door alle erfgenamen getekende en aan hem verstrekte volmacht over te leggen, of – in het geval een executeur is aangesteld – een verklaring van de executeur waaruit blijkt wat de wens is van alle erfgenamen ten aanzien van de onderhavige procedure. Dat verzoek is bij aangetekende brief van 28 juni 2024 aan de indiener van het beroepschrift verzonden. Volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is die brief afgehaald op de afhaallocatie. De indiener van het beroepschrift heeft de gevraagde machtiging of verklaring echter niet overgelegd. Daarom gaat de Hoge Raad ervan uit dat de indiener van het beroepschrift niet bevoegd was om namens de erven van [A] beroep in cassatie in te stellen en zal de Hoge Raad het beroep in cassatie op die grond niet-ontvankelijk verklaren.

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is vastgesteld door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, in de raadkamer van 23 oktober 2024 en op 8 november 2024 in het openbaar uitgesproken.