Home

Hoge Raad, 26-04-2024, ECLI:NL:HR:2024:670, 23/04926

Hoge Raad, 26-04-2024, ECLI:NL:HR:2024:670, 23/04926

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
26 april 2024
Datum publicatie
26 april 2024
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:670
Formele relaties
Zaaknummer
23/04926

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 23/04926

Datum 26 april 2024

ARREST

op het door [X] (hierna: belanghebbende) ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 7 november 2023, nr. BK-ARN 22/17831.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Het via het webportaal van de Hoge Raad ontvangen beroepschrift in cassatie bevat, hoewel artikel 6:5, lid 1, letter d, Awb dit vereist, niet de gronden van het beroep.De griffier van de Hoge Raad heeft op 19 december 2023 in het digitale dossier van belanghebbende een bericht geplaatst waarbij belanghebbende in de gelegenheid wordt gesteld dat verzuim binnen zes weken na die datum te herstellen. Die termijn eindigde op 30 januari 2024.

Op 5 maart 2024 heeft de Hoge Raad via de griffier van het Hof een brief van belanghebbende ontvangen. Voorts heeft belanghebbende via het webportaal van de Hoge Raad op 11 april 2024 een nader stuk ingediend. Aangezien deze stukken na afloop van de daartoe gestelde termijn zijn ingediend, laat de Hoge Raad deze buiten beschouwing. Daarom zal de Hoge Raad het beroep in cassatie met toepassing van artikel 6:6 Awb niet-ontvankelijk verklaren.

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.R. van Eijsden als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier , en in het openbaar uitgesproken op 26 april 2024.