Home

Hoge Raad, 14-02-2025, ECLI:NL:HR:2025:235, 24/03003

Hoge Raad, 14-02-2025, ECLI:NL:HR:2025:235, 24/03003

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
14 februari 2025
Datum publicatie
14 februari 2025
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2025:235
Formele relaties
Zaaknummer
24/03003

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 24/03003

Datum 14 februari 2025

ARREST

in de zaak van

[X] (hierna: belanghebbende)

tegen

het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE AMSTERDAM

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 27 augustus 2024, nrs. 23/414 en 23/4631, op het hoger beroep van belanghebbende en de heffingsambtenaar tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (nr. AMS 21/6043) betreffende een verzoek van belanghebbende om een beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken voor het jaar 2015.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende, vertegenwoordigd door A. Bakker, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.

2 Beoordeling van de klachten

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing