Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 12-04-2019, ECLI:NL:OGEAA:2019:218, AUA201701115
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 12-04-2019, ECLI:NL:OGEAA:2019:218, AUA201701115
Gegevens
- Instantie
- Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Datum uitspraak
- 12 april 2019
- Datum publicatie
- 16 april 2019
- ECLI
- ECLI:NL:OGEAA:2019:218
- Zaaknummer
- AUA201701115
Inhoudsindicatie
Belanghebbende is aansprakelijk gesteld voor de winstbelastingschulden over 2007 en 2008 van de nv waarvan hij de directeur was in de periode april 2014 tot juni 2015. De nv heeft zowel voor de belastingschulden over 2007 als over 2008 uitstel van betaling gevraagd. Tevens zijn jegens de nv in de jaren nadien nooit invorderingsmaatregelen getroffen. Het gerecht leidt uit deze handelwijze af dat gedurende de behandeling van het verzoek om uitstel wordt gehandeld overeenkomstig het beleid dat wordt gevoerd als het verzoek zou worden toegewezen, namelijk dat uitstel van betaling wordt verleend. Dit brengt mee dat die belastingaanslagen ten tijde van de aansprakelijkstelling niet opeisbaar waren en de nv niet in gebreke was die belastingaanslagen te voldoen. Gelet daarop kon niet tot aansprakelijkstelling voor deze belastingaanslagen worden overgegaan.
Uitspraak
Uitspraak van 12 april 2019
BBZ nr. AUA201701115
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening beroep in belastingzaken van:
X, wonende te Aruba,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE ONTVANGER DER BELASTINGEN, zetelend in Aruba,
de Ontvanger.
1 PROCESVERLOOP
De Ontvanger heeft op grond van artikel 16 Landsverordening winstbelasting (tekst tot 1 juni 2014) belanghebbende bij beschikking van 22 november 2016, met nummer Dimp [kenmerknummer], aansprakelijk gesteld voor onbetaald gebleven belastingaanslagen winstbelasting van Y N.V. voor een bedrag van in totaal Afl. 2.415.232.
Belanghebbende is op 6 januari 2017 tegen de beschikking in bezwaar gekomen.
De Ontvanger heeft bij uitspraak op bezwaar van 7 juni 2017 de beschikking gehandhaafd.
Belanghebbende is op 9 juni 2017 in beroep gekomen tegen de uitspraak op bezwaar. Hierbij is een bedrag aan griffierecht betaald van Afl. 25.
Belanghebbende heeft op 27 juli 2017 het beroepschrift gemotiveerd.
De Ontvanger heeft op 2 oktober 2017 een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft op 3 en 7 november 2017 nadere stukken ingediend.
De zitting heeft op 14 november 2017 plaatsgevonden ten overstaan van rechter mr. De Werd. Belanghebbende is verschenen, bijgestaan door mr. A, B en C, allen verbonden aan Q. Namens de Ontvanger zijn verschenen drs. D, mr. E en mr. F. Belanghebbende heeft een pleitnota voorgedragen en ingebracht.
De Ontvanger heeft op verzoek van het Gerecht op 20 november 2017 nadere stukken ingebracht.
Belanghebbende heeft op 4 december 2017 daarop gereageerd.
Door defungeren van rechter mr. De Werd per 1 augustus 2018, kan de uitspraak in deze zaak niet door hem worden gewezen. Partijen hebben ermee ingestemd dat rechter mr. Van Suilen uitspraak wijst in deze zaak, zonder dat een nadere mondelinge behandeling ten overstaan van mr. Van Suilen heeft plaatsgevonden.
2 FEITEN
Y NV (hierna: de NV) is opgericht in 1999 en exploiteerde casino’s. Tot 2010 was de NV exploitant van V. Van eind 2010 tot eind 2015 was de NV exploitant van Z.
Belanghebbende is van 15 april 2014 tot 24 juni 2015 directeur geweest van de NV.
Winstbelasting 2007
Aan de NV is op 30 september 2013 een definitieve aanslag winstbelasting voor het jaar 2007 opgelegd ten bedrage van Afl. 544.516. Op het aanslagbiljet is onder meer het volgende vermeld:
“Bezwaar
Indien u het niet eens bent met het resultaat van deze aanslag kunt u binnen 2 maanden na dagtekening een bezwaarschrift indienen bij de inspecteur. (…)
Uitstel van betaling
Het bezwaarschrift geldt ook als een verzoek tot uitstel van betaling voor het bedrag waar u het niet mee eens bent. Het bedrag waar u het wel mee eens bent dient u binnen de gestelde termijn te betalen.”
Op 25 november 2014 is aan de NV een dwangschrift betekend tot betaling van het bedrag van Afl. 544.516.
De NV heeft op 4 december 2014 bezwaar gemaakt tegen de definitieve aanslag, alsmede verzocht om uitstel van betaling.
Bij uitspraak op bezwaar van 15 juni 2017 is het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard vanwege overschrijding van de bezwaartermijn. Daartegen is geen beroep ingesteld.
De aanslag winstbelasting 2007 is voor een bedrag van Afl. 399.544 onbetaald gebleven.
Winstbelasting 2008
Aan de NV is op 30 juni 2014 een voorlopige aanslag winstbelasting voor het jaar 2008 opgelegd, welke op 31 oktober 2014 ambtshalve is verminderd tot een bedrag van Afl. 358.484. Op het aanslagbiljet is onder meer het volgende vermeld:
“Bezwaar
Indien u het niet eens bent met het resultaat van deze aanslag kunt u binnen 2 maanden na dagtekening een bezwaarschrift indienen bij de inspecteur. (…)
Uitstel van betaling
Het bezwaarschrift geldt ook als een verzoek tot uitstel van betaling voor het bedrag waar u het niet mee eens bent. Het bedrag waar u het wel mee eens bent dient u binnen de gestelde termijn te betalen.”
De NV heeft op 15 juli 2014 bezwaar gemaakt tegen de voorlopige aanslag van 30 juni 2014, alsmede verzocht om uitstel van betaling.
Op 31 oktober 2014 is de definitieve aanslag opgelegd, die na verrekening met de voorlopige aanslagen resulteerde in een aanslag van nihil.
Tegen de definitieve aanslag is op 15 oktober 2014 bezwaar gemaakt.
Bij uitspraak op bezwaar van 15 juni 2017 is het laatstgenoemd bezwaar ongegrond verklaard. Daartegen is geen beroep ingesteld.
De voorlopige aanslag van Afl. 358.484 is onbetaald gebleven.
Aansprakelijkstelling
Bij beschikking van 22 november 2016 heeft de Ontvanger belanghebbende als gewezen bestuurder aansprakelijk gesteld voor onbetaald gebleven aanslagen winstbelasting van de NV voor een bedrag van in totaal Afl. 2.415.232.
Naast belanghebbende is ook gewezen bestuurder H aansprakelijk gesteld.
3 GESCHIL
In geschil is of de Ontvanger belanghebbende terecht aansprakelijk heeft gesteld. Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend, de Ontvanger bevestigend.
Het Gerecht begrijpt het standpunt van de Inspecteur aldus dat de onderhavige aansprakelijkstelling (nr. Dimp [kenmerknummer]) nog slechts betrekking heeft op de winstbelastingschulden 2007 en 2008 van in totaal Afl. 758.028. Dit brengt mee dat het bedrag van de aansprakelijkstelling in ieder geval tot dat bedrag moet worden verminderd. Reeds daarom is het beroep gegrond.
Belanghebbende betoogt dat hij vanaf april 2014 bestuurder was van de NV en dat hij niet aansprakelijk kan worden gesteld voor belastingschulden die voordien zijn ontstaan. Verder betoogt belanghebbende dat voor de belastingaanslagen uitstel van betaling was verleend, dat de NV dus niet in gebreke was die belastingaanslagen te voldoen, en dat daarom niet tot aansprakelijkstelling kan worden overgegaan. Voorts stelt belanghebbende nog dat bij zijn aantreden als bestuurder de NV in een slechte financiële situatie verkeerde, en dat belanghebbende daardoor in de onmogelijkheid verkeerde om de belastingschulden te betalen. De Ontvanger verdedigt de tegenovergestelde opvattingen.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging dan wel vermindering van de beschikking aansprakelijkstelling. De Ontvanger concludeert tot vermindering van de beschikking aansprakelijkstelling tot een bedrag van totaal Afl. 758.028.