Home

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 24-11-2021, ECLI:NL:OGEAA:2021:652, AUA202002480

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 24-11-2021, ECLI:NL:OGEAA:2021:652, AUA202002480

Gegevens

Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Datum uitspraak
24 november 2021
Datum publicatie
19 januari 2022
ECLI
ECLI:NL:OGEAA:2021:652
Zaaknummer
AUA202002480

Inhoudsindicatie

Mondelinge uitspraak. Verzoek om toepassing van de zogenoemde verhuisboedelvrijstelling. Uitleg normale verblijfplaats. Belanghebbende had, vanaf het moment dat hij is uitgeschreven uit de bevolkingsadministratie van Curaçao en bij zijn partner op Aruba is gaan wonen, zijn persoonlijke binding op Aruba. Per die datum is dus zijn normale verblijfplaats overgebracht naar Aruba.

Uitspraak

Mondelinge uitspraak van 24 november 2021

BBZ nr. AUA202002480

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak

op het beroep in de zin van de

Landsverordening beroep in belastingzaken van:

[Belanghebbende], wonende in Aruba,

belanghebbende,

gericht tegen:

DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Aruba,

De Inspecteur.

1 BESLISSING

Het Gerecht:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar;

- verklaart het bezwaar ongegrond;

- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;

- draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht van

Afl. 25 te vergoeden.

2 PROCESVERLOOP

2.1

Bij beschikking van 24 september 2018 heeft de Inspecteur het verzoek van belanghebbende om vrijstelling van invoerrechten voor zijn verhuisboedel geweigerd.

2.2

Belanghebbende is op 20 augustus 2019 in bezwaar gekomen tegen de beschikking van de Inspecteur.

2.3

De Inspecteur heeft op 7 september 2020 uitspraak op het bezwaar gedaan en het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

2.4

Belanghebbende is op 6 oktober 2020 in beroep gekomen tegen de uitspraak op bezwaar (de bestreden uitspraak). Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van Afl. 25,-.

2.5

Belanghebbende heeft op 22 januari 2021 een verweerschrift ingediend.

2.6

Belanghebbende en de Inspecteur hebben op 24 november 2021 een pleitnota bij het Gerecht ingediend.

2.7

De zitting heeft plaatsgevonden op 24 november 2021. Belanghebbende is verschenen, samen met zijn partner [naam partner] die ook als gemachtigde optreedt. Namens de Inspecteur is verschenen C. Leijdekkers. Partijen bevonden zich in de zittingszaal in het gerechtsgebouw in Aruba. De rechter en de griffier bevonden zich in een zittingszaal van het gerechtsgebouw in Curaçao. De zitting heeft via een digitale beeld- en geluidverbinding plaatsgevonden.

2.8

Het Gerecht heeft na sluiting van het onderzoek ter zitting en na een korte schorsing direct mondeling uitspraak gedaan.

3 FEITEN

Het Gerecht gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden. Belanghebbende heeft gewoond op Curaçao. Op 17 maart 2017 heeft belanghebbende zich uitgeschreven uit de basisadministratie persoonsgegevens van Curaçao en op 18 maart 2017 is belanghebbende vertrokken naar Aruba om zich daar te vestigen bij zijn daar wonende partner. Op 8 juni 2018 is belanghebbende ingeschreven in het bevolkingsregister van Aruba. Op 24 september 2018 heeft belanghebbende een verzoek om toepassing van de zogenoemde verhuisboedelvrijstelling ingediend. Dit verzoek heeft geleid tot deze procedure. Met ingang van 6 mei 2019 is aan belanghebbende een verblijfsvergunning verleend waarbij hem ook toegestaan is te werken. Namens belanghebbende is op

23 juli 2019 aangifte gedaan van de invoer van een deel van zijn goederen. Belanghebbende heeft toen een bedrag van Afl. 1.650,- betaald.

4 BEOORDELING VAN HET BEROEP