Home

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, 09-10-2018, ECLI:NL:OGEABES:2018:35, SAB201800013

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, 09-10-2018, ECLI:NL:OGEABES:2018:35, SAB201800013

Gegevens

Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Datum uitspraak
9 oktober 2018
Datum publicatie
7 november 2018
ECLI
ECLI:NL:OGEABES:2018:35
Zaaknummer
SAB201800013

Inhoudsindicatie

Belanghebbende is inwoner van Saba. De overschrijding van de beroepstermijn is verschoonbaar nu belanghebbende de rechtsmiddelenverwijzing op de uitspraak op bezwaar heeft gevolgd en per aangetekende post tijdig in beroep is gekomen. Dat het beroepschrift in Sint Maarten, door de gevolgen van orkaan Irma, mogelijk in het ongerede is geraakt, mag niet voor rekening en risico van belanghebbende komen. Het door belanghebbende genoten salaris van twee openbare universiteiten in Nederland is ter belastingheffing toegewezen aan Nederland. In Saba is door de Inspecteur ten onrechte aftrek ter voorkoming van dubbele belastingheffing verleend voor lijfrente-uitkeringen.

Uitspraak

Uitspraak van 9 oktober 2018

BBZ nr. SAB201800013

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

Zittingsplaats Saba

Uitspraak

Op het beroep in de zin van

hoofdstuk VIII, titel acht, afdeling drie van de Belastingwet BES van:

X, wonende te Saba,

belanghebbende,

gericht tegen:

DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Saba,

de Inspecteur.

1 PROCESVERLOOP

1.1

Aan belanghebbende is op 11 juni 2016 een aanslag in de inkomstenbelasting voor 2015 opgelegd naar een belastbaar inkomen van USD 88.191. Bij de berekening van de verschuldigde belasting is rekening gehouden met aftrek ter voorkoming van dubbele belasting ten bedrage van USD 20.714.

1.2

Belanghebbende is op 21 juni 2016 tegen de aanslag inkomstenbelasting in bezwaar gekomen.

1.3

De Inspecteur heeft op 2 september 2017 uitspraak op bezwaar gedaan en de aanslag gehandhaafd.

1.4

Belanghebbende is op 21 augustus 2017 in beroep gekomen tegen de uitspraak op bezwaar en heeft daarvoor een bedrag van USD 28 aan griffierecht betaald.

1.5

De Inspecteur heeft op 18 juli 2018 een verweerschrift ingediend.

1.6

Belanghebbende heeft op 7 augustus 2018 een nader stuk ingediend.

1.7

De zaak is behandeld ter zitting van 5 oktober 2018 in The Bottom te Saba. Belanghebbende is verschenen. Namens de Inspecteur zijn verschenen mr. A en B.

2 FEITEN

2.1

Belanghebbende is geboren op 9 februari 1950. In het onderhavige jaar 2015 is belanghebbende ingezetene van Saba. Op 9 mei 2015 heeft belanghebbende de pensioengerechtigde leeftijd bereikt.

2.2

Belanghebbende heeft in 2015 de volgende inkomsten uit Nederland genoten:

-Loon TU Delft en Erasmus Universiteit Rotterdam USD 29.948

-Pensioen ABP Nederland USD 21.015

-SVB Nederland (AOW-uitkering) USD 6.531

-Lijfrente Flexgarant assuradeuren BV Nederland USD 36.126

Totaal USD 93.620

2.3

Bij het vaststellen van de aanslag heeft de Inspecteur ter zake van het loon, het ABP-pensioen en de lijfrente-uitkering, aftrek ter voorkoming van dubbele belasting verleend voor een totaal bedrag van USD 20.714.

3 GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN

3.1

In geschil is of de Inspecteur op juiste wijze de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting heeft verleend.

3.2

Belanghebbende betoogt dat de in Nederland verschuldigde inkomstenbelasting dient te worden verrekend met de in Saba verschuldigde inkomstenbelasting. De Inspecteur neemt daarentegen het standpunt in dat Saba ter zake van de aan Nederland toegewezen inkomensbestanddelen slechts een belastingvrijstelling hoeft te verlenen. Verder stelt de Inspecteur dat bij het vaststellen van de aanslag ten onrechte een vrijstelling is verleend voor de lijfrente-uitkering, zodat de aanslag eerder te laag is dan te hoog. De lijfrente-uitkering is immers ter belastingheffing toegewezen aan Saba, aldus de Inspecteur.

3.3

Belanghebbende concludeert tot vermindering van de aanslag. De Inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep en handhaving van de aanslag.

4 BEOORDELING VAN HET BEROEP

5 PROCESKOSTENVERGOEDING EN GRIFFIERECHT

6 DE BESLISSING