Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, 11-09-2018, ECLI:NL:OGEAC:2018:238, CUR201702026 tot en met CUR201702028
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, 11-09-2018, ECLI:NL:OGEAC:2018:238, CUR201702026 tot en met CUR201702028
Gegevens
- Instantie
- Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Datum uitspraak
- 11 september 2018
- Datum publicatie
- 17 september 2018
- ECLI
- ECLI:NL:OGEAC:2018:238
- Zaaknummer
- CUR201702026 tot en met CUR201702028
Inhoudsindicatie
Belanghebbende heeft te laat beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaar. Hangende de beroepsprocedure heeft de Inspecteur alsnog uitspraak op bezwaar gedaan. Het door belanghebbende te laat ingestelde beroep wordt geacht mede te zijn gericht tegen deze (reële) uitspraak op bezwaar.
Uitspraak
Uitspraak van 11 september 2018
BBZ nrs. CUR201702026 tot en met CUR201702028
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[ X ], wonende te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur,
1 PROCESVERLOOP
Aan belanghebbende zijn op 6 november 2015 voor de jaren 2006 tot en met 2008 navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting opgelegd. Tevens zijn vergrijpboetes opgelegd.
Belanghebbende heeft op 7 december 2015 bezwaar gemaakt tegen de navorderingsaanslagen en de boetes.
Belanghebbende heeft op 13 oktober 2017 beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar. Daarbij is een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 50.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 12 december 2017 de navorderingsaanslagen en vergrijpboetes gehandhaafd.
De Inspecteur heeft op 12 december 2017 een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft op 17 augustus 2018 nadere stukken ingediend.
De Inspecteur heeft op 20 augustus 2018 het BAB-rapport inzake [ CFF ] NV ingebracht.
De Inspecteur heeft op 22 augustus 2018 een nader stuk ingediend.
De zaak is behandeld ter zitting op 29 augustus 2018. De zaken met de nummers CUR201702023 tot en met CUR201702028, CUR201701961 en CUR201702171 zijn gezamenlijk behandeld. Belanghebbende is verschenen, bijgestaan door [ A ] en [ B ]. Namens de Inspecteur zijn verschenen [ C ] en [ D ].
2 FEITEN
Belanghebbende heeft 25% van de aandelen in [ CFF ] (hierna: de NV). De overige aandelen zijn in handen van zijn twee broers. De NV drijft een kledinghandel.
Bij de NV is een boekenonderzoek ingesteld over de jaren 2005 tot en met 2008. De bevindingen daarvan zijn neergelegd in een rapport van 18 januari 2012. Voor de winstbelasting zijn diverse correcties aangebracht. Enige daarvan zijn als winstuitdeling aangemerkt, naar rato van het aandelenbezit van de aandeelhouders.
Naar aanleiding van de bevindingen van het boekenonderzoek zijn onderhavige navorderingsaanslagen opgelegd. De Inspecteur heeft daarbij de winstuitdelingen tot het belastbaar inkomen gerekend.
3 GESCHIL
In geschil is of de navorderingsaanslagen en boetes terecht en tot een juist bedrag zijn opgelegd. Belanghebbende betoogt dat de navorderingstermijn is verlopen en dat de voor een winstuitdeling vereiste bewustheid ontbreekt. Wat betreft de boete betoogt belanghebbende dat geen sprake is van grove schuld.