Home

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, 15-02-2019, ECLI:NL:OGEAC:2019:30, CUR201701932 t/m CUR201701934

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, 15-02-2019, ECLI:NL:OGEAC:2019:30, CUR201701932 t/m CUR201701934

Gegevens

Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Datum uitspraak
15 februari 2019
Datum publicatie
21 februari 2019
ECLI
ECLI:NL:OGEAC:2019:30
Zaaknummer
CUR201701932 t/m CUR201701934

Inhoudsindicatie

De administratie van BV is verworpen. Bij de BV zijn winstcorrectie aangebracht . Een deel van deze winstcorrectie is als winstuitdeling aan de digra aangemerkt. In de sfeer van de inkomstenbelasting kan de schending van de administratieplicht door de BV niet tot omkering van bewijslast bij de digra leiden. Wel heeft de digra de vereiste aangifte inkomstenbelasting niet gedaan waardoor de bewijslast wordt omgekeerd. In dat verband heeft belanghebbende niet op overtuigende wijze de onjuistheid van de (verkapte) winstuitdeling aangetoond.

Uitspraak

Uitspraak van 15 februari 2019

BBZ nrs. CUR201701932 t/m CUR201701934

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

UITSPRAAK

op het beroep in de zin van de

Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:

[ X ], wonende te Curaçao,

belanghebbende,

gericht tegen:

DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,

de Inspecteur.

1 PROCESVERLOOP

1.1

Aan belanghebbende zijn op 16 juni 2017 navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting, premies AOV/AWW en premie AVBZ over het jaar 2013 opgelegd naar een belastbaar inkomen en premie-inkomen van respectievelijk NAf 129.465 en NAf 135.891.

1.2

Belanghebbende heeft op 25 juli 2017 bezwaar gemaakt tegen de navorderingsaanslagen.

1.3

De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 29 september 2017 de navorderingsaanslagen gehandhaafd.

1.4

Belanghebbende heeft op 6 oktober 2017 beroep ingesteld. Daarbij is NAf 50 aan griffierecht betaald.

1.5

De Inspecteur heeft op 8 januari 2019 verweerschriften ingediend.

1.6

Belanghebbende heeft op 29 januari 2019 een nader stuk ingediend.

1.7

De zitting heeft plaatsgevonden op 31 januari 2019 te Willemstad. Belanghebbende is verschenen, bijgestaan door [ A ], verbonden aan [ Q ]. Namens de Inspecteur zijn verschenen [ B ] en [ C ]. De Inspecteur heeft ter zitting, met instemming van belanghebbende, een afschrift van een huurovereenkomst van 1 augustus 2016 ingebracht.

2 FEITEN

2.1

De echtgenoot van belanghebbende is de directeur en enig aandeelhouder (hierna: digra) van [ S ] NV (hierna: de NV). In het onderhavige jaar 2013 worden in de NV de volgende activiteiten ontplooid: i) verkoop en reparatie van auto-onderdelen, ii) verhuur van een gebouw, en iii) autoverhuur aan het politiekorps.

2.2

Namens de Inspecteur heeft in 2015 een boekenonderzoek plaatsgevonden bij de NV naar de aanvaardbaarheid van de aangiften winstbelasting, loonbelasting en omzetbelasting voor de jaren 2011 tot en met 2013. De bevindingen van dit onderzoek zijn neergelegd in een rapport, waarin onder meer het volgende is vermeld:

3.6 Oordeel administratie

Naast de in de onderdelen "Administratieplicht" en "Bewaarplicht" genoemde bevindingen heb ik geconstateerd dat belastingplichtige in het jaar 2013 een laag brutowinstmarge (190%) verantwoordt ten opzichte van de brutowinstmarge geconstateerd tijdens de waarneming ter plaatse van 238% op 27 januari 2015.

De in dit hoofdstuk genoemde bevindingen ten aanzien van de administratie en administratieve verplichtingen hebben gevolgen voor de in dit onderzoek betrokken belastingaangiften. Ik verwijs naar het onderdeel 4.2.2 van dit rapport.

4.2.2

Brutowinst handelsgoederen

Belastingplichtige heeft in de jaren 2011, 2012 en 2013 de volgende brutowinst verantwoord.

2011

2012

2013

Omzet (alle ornzetcategorieën)

968.947

487.360

493.255

Kostprijs

354.162

195.879

287.852

Bruto winst

614.785

291.481

205.403

Bruto winst percentage

174%

149%

71%

Tijdens het onderzoek is het volgende vastgesteld:

 De brutowinstmarge van de normale verkopen (uit de voorraad goederen) is tijdens een waarneming ter plaatse op 27 januari 2015 vastgesteld op 238% van de inkopen. Voor de details van de berekening verwijs ik naar bijlage 4 van dit rapport.

 De brutowinstmarge van de normale verkopen over de jaren 2011, 2012 en 2013 zijn als volgt:

2011

2012

2013

Omzet (alleen handelsgoederen)

824.078

413.081

261.690

Kostprijs

214.496

124.269

90.373

Bruto winst

609.582

288.812

171.317

Bruto winst percentage

284%

232%

190%

Het is aannemelijk dat de brutowinst van de jaren 2011, 2012 en 2013 minimaal 230% is over de normale verkopen. Daarom stel ik voor de brutowinst van het jaar 2013 zodanig te corrigeren zodat de brutowinst van dit jaar uitkomt op 230%.

Dit leidt tot een correctie van 36.540 ((230% van 90.373) -171.317).

Omdat de Digra binnen belastingplichtige alle beslissingen neemt ga ik ervan uit dat hij, zowel in de hoedanigheid van aandeelhouder als in de hoedanigheid van vertegenwoordiger van belastingplichtige, zich bewust was van het feit dat er een bevoordeling plaatsvond op het moment dat de brutowinst te laag is verantwoord. Op grond van het voorgaande dient de door de Digra verrichte handeling te worden aangemerkt als een uitdeling van winst door belastingplichtige aan haar aandeelhouder in het jaar 2013.

4.2.3

Verhuuromzet

De Digra van belastingplichtige heeft namens de belastingplichtige een gedeelte van het gebouw te Winston Churchillweg 106 verhuurd. Tijdens het onderzoek is hierover het volgende vastgesteld:

-

De grond waarop het pand van belastingplichtige is gevestigd is eigendom van de Digra.

-

Op 1 augustus 2016 sluit belastingplichtige een huurovereenkomst met de Digra voor het gebruik van de grond voor 25 jaar vanaf 1 januari 2011.

-

De huurkosten voor het gebruik van de grond zijn in de jaren 2011, 2012 en 2013 nog niet als kosten verantwoord. De totale huurkosten voor deze jaren is 317.

-

De Digra heeft een verhuurovereenkomst gesloten met een afnemer voor bovengenoemd gedeelte voor een bedrag van 1.500 exclusief OB op 17 maart 2012. Op dezelfde dag sluit de Digra een extra clausule met de afnemer voor het gebruikmaken van een gedeelte van het gebouw zonder huurbetaling voor een aantal maanden. Dit in verband met gemaakte investeringen door de afnemer van 15.000.

-

Vanaf 1 juni 2013 ontvangt de Digra in privé een bedrag van 1.615 inclusief OB en inclusief 25 voor internetkosten.

-

Belastingplichtige heeft de verhuuromzet niet verantwoord.

De investeringen van 15.000 door de afnemer dienen als in rekening gebrachte huuromzet beschouwd te worden aangezien deze in ruil worden gebracht voor het gebruikmaken van een gedeelte van liet gebouw zonder huurbetaling in het jaar 2012. De ontvangen huur van 1.615 vanaf 1 juni 2013 dient ook als huuromzet verantwoord te worden.

2.3

Naar aanleiding van de bevindingen van het boekenonderzoek zijn onderhavige navorderingsaanslagen opgelegd. Daarbij heeft de Inspecteur zich op het standpunt gesteld dat twee winstcorrecties bij de NV als een winstuitdeling aan haar digra (belanghebbendes echtgenoot) moeten worden aangemerkt, en dat deze winstuitdeling bij belanghebbende, als echtgenoot met het hoogste persoonlijke inkomen, in aanmerking moet worden genomen. De volgende winstuitdeling is in aanmerking genomen:

Correctie brutowinst NAf 36.540

Omzetbelasting (6%) 2.192

38.732

Correctie verhuuromzet NAf 10.665

Omzetbelasting (6%) 640

11.305

Totaal winstuitdeling 50.037

3 GESCHIL

3.1

In geschil is of de navorderingsaanslagen naar een juist bedrag zijn opgelegd. Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend, de Inspecteur bevestigend.

3.2

Belanghebbende concludeert tot vermindering van de navorderingaanslagen naar een belastbaar inkomen van NAf 129.465 minus NAf 50.037, ofwel NAf 79.428, en een premie-inkomen van NAf 135.891 minus NAf 50.037, ofwel NAf 85.854. De Inspecteur concludeert tot handhaving van de navorderingsaanslagen.

3.3

Verder heeft belanghebbende nog betoogd dat in de bezwaarfase de hoorplicht is geschonden en dat de Inspecteur enige algemene beginselen van behoorlijk bestuur heeft geschonden.

4 OVERWEGINGEN

5 PROCESKOSTENVERGOEDING EN GRIFFIERECHT

6 DE BESLISSING