Rechtbank Amsterdam, 29-08-2006, BH4973, AWB 05/7013
Rechtbank Amsterdam, 29-08-2006, BH4973, AWB 05/7013
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Amsterdam
- Datum uitspraak
- 29 augustus 2006
- Datum publicatie
- 11 maart 2009
- ECLI
- ECLI:NL:RBAMS:2006:BH4973
- Zaaknummer
- AWB 05/7013
Inhoudsindicatie
Proceskostenvergoeding
Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector bestuursrecht
nevenzittingsplaats Haarlem,
zaaknummer: AWB 05/7013
uitspraak van de enkelvoudige kamer voor belastingzaken van
in de zaak van:
X,
thans verblijvend te Y (USA), eiseres,
tegen
de directeur van de Dienst Belastingen van de gemeente Amsterdam,
verweerder.
1. Procesverloop
1.1 Verweerder heeft bij besluit van 25 oktober 2005 het bezwaar, betreffende de gecombineerde aanslag voor het jaar 2005, biljetnummer P-00000001, waarin de waarde van de onroerende zaak A-weg 1 te Q is vastgesteld, niet-ontvankelijk verklaard.
1.2 Eiseres heeft bij brief van 30 november 2005, ingekomen ter griffie van het Gerechtshof te Amsterdam op 6 december 2005, beroep ingesteld tegen dit besluit. De griffier van het Gerechtshof heeft bij brief van 7 december 2005 het beroepschrift doorgezonden naar de Rechtbank te Haarlem, alwaar het op 8 december 2005 ter griffie is ingekomen. Ingevolge artikel 6:15, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geldt als datum van binnenkomst van het beroepschrift, de datum van ontvangst bij het onbevoegde orgaan. Als datum van ontvangst moet derhalve worden uitgegaan van 6 december 2005.
1.3 Eiseres heeft bij brief van 8 februari 2006, via verweerder per fax ter griffie ingekomen op 9 februari 2006, het beroep ingetrokken. Tegelijk met de intrekking van het beroep heeft eiseres verzocht om verweerder te veroordelen in de proceskosten. Eiseres heeft zich voor de in geschil zijnde laten bijstaan door A te Q. Blijkens een declaratie bedragen deze kosten € 100.
1.4 De rechtbank heeft bij brief van 25 april 2006 verweerder in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen. Verweerder heeft verweer gevoerd bij schrijven van 26 april 2006.
2. Overwegingen
2.1De veroordeling van een partij in de kosten is geregeld in artikel 8:75 en 8:75a Awb en nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (het Besluit). In het Besluit zijn nadere regels gesteld over de kosten waarop een veroordeling uitsluitend betrekking kan hebben en over de wijze waarop het bedrag van de kosten wordt vastgesteld.
2.2In geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan eiseres is tegemoetgekomen, kan ingevolge artikel 8:75a Awb het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 Awb in de kosten worden veroordeeld. Het verzoek wordt gedaan tegelijk met de intrekking van het beroep.
2.3 Verweerder heeft naar aanleiding van het verzoek in haar brief van 5 juli 2006 geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek.
2.4 Nu eiseres naar het oordeel van de rechtbank in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs kosten heeft moeten maken voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, komen deze kosten voor vergoeding in aanmerking, ook wanneer de ingeschakelde persoon geen proceshandelingen heeft verricht als omschreven in de bijlage bij het Besluit. De rechtbank verwerpt de andersluidende conclusie van verweerder. De puntentabel in de genoemde bijlage voorziet niet in situaties als de onderhavige waar alleen sprake is geweest van rechtskundig advies. Gelet op het bepaalde in het Besluit proceskosten bestuursrecht heeft eiseres naar het oordeel van de rechtbank recht op vergoeding van het in rekening gebrachte bedrag van € 100.
2.5 Ingevolge artikel 8:41, vierde lid, Awb dient het door eiseres betaalde griffierecht van € 37 te worden vergoed door de gemeente Amsterdam als rechtspersoon waartoe verweerder behoort.
3. Beslissing
de rechtbank:
veroordeelt verweerder in de kosten in verband met de behandeling van het beroep van eiseres tot een beloop van € 100 en wijst de gemeente Amsterdam aan als rechtspersoon die deze kosten aan eiseres moet voldoen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.T.M. Nijenhof, rechter en op 29 augustus 2006 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van R.J. Wessel, griffier.
Afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum:
- hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dan wel beroep in cassatie dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep dan wel het beroep in cassatie is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep dan wel het beroep in cassatie.
Bij het instellen van beroep in cassatie dient daarnaast in acht te worden genomen dat bij het beroepschrift een schriftelijke verklaring van de wederpartij wordt gevoegd, inhoudende dat wordt ingestemd met het instellen van beroep in cassatie tegen de uitspraak van de rechtbank.