Home

Rechtbank Amsterdam, 16-09-2010, BO0387, 09/1778 PARKBL

Rechtbank Amsterdam, 16-09-2010, BO0387, 09/1778 PARKBL

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
16 september 2010
Datum publicatie
14 oktober 2010
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2010:BO0387
Zaaknummer
09/1778 PARKBL

Inhoudsindicatie

Beroep op overmacht gehonoreerd: eiseres moest zich om 7.30 uur melden in kliniek in verband met knie-operatie. Zij heeft zich voorafgaand aan bezoek aan de kliniek op internet voldoende geinformeerd over de ter plaatse beschikbare parkeermogelijkheden. Op grond van die informatie kon haar niet duidelijk zijn dat eerst vanaf 8 uur voldoening van parkeerbelasting mogelijk was. Parkeren op een geschikte altenatieve parkeermogelijkheid was gelet op fysieke gesteldheid van eiseres niet mogelijk

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Sector Bestuursrecht

Zaaknummer: 09/1778 PARKBL

Uitspraak van de enkelvoudige kamer

in de zaak van:

[eiseres],

wonende te [woonplaats],

eiseres,

tegen

de heffingsambtenaar van de gemeente Bussum,

verweerder.

Ontstaan en loop van de zaak

Verweerder heeft eiseres op 28 april 2009 een naheffingsaanslag parkeerbelasting van € 44,70 opgelegd, bestaande uit € 0,70 aan parkeerbelasting en € 44,00 aan kosten.

Het hiertegen door eiseres gemaakte bezwaar heeft verweerder bij uitspraak op bezwaar van 29 juni 2009 ongegrond verklaard.

Tegen deze uitspraak heeft eiseres beroep ingesteld bij brief van 10 juli 2009.

De rechtbank heeft de zaak ter zitting behandeld op 16 augustus 2010, waar eiseres in persoon is verschenen. Verweerder is verschenen in de persoon van G. Schottert, bijgestaan door D.S. van Hek.

Motivering

1. In geschil is of de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht is opgelegd.

2. De rechtbank gaat, evenals partijen, uit van de volgende feiten en omstandigheden. Eiseres heeft op dinsdag 28 april 2009 haar auto geparkeerd aan het Wilhelminaplantsoen te Bussum. Daar is vanaf 10.00 uur parkeerbelasting verschuldigd voor het parkeren, maar bij de ter plekke aanwezige parkeerautomaat kan pas vanaf 8.00 uur parkeerbelasting worden voldaan. Verder geldt er een maximale parkeerduur van twee uur. Op circa 210 meter respectievelijk 450 meter van het Wilhelminaplantsoen bevinden zich de parkeergarages aan de Nieuwe Brink en de Olmenlaan.

Eiseres heeft haar auto op 28 april 2009 vóór 7.30 uur geparkeerd aan het Wilhelminaplantsoen. Eiseres moest zich die dag om 7.30 uur melden bij een orthopedische kliniek aan het Wilhelminaplantsoen 7 voor een knieoperatie die om 8.00 uur zou plaatsvinden. Eiseres heeft geprobeerd door middel van contant geld en met behulp van een chipknip parkeerbelasting te voldoen, maar de parkeerautomaat bood op dat moment nog geen gelegenheid om te betalen. Toen de pogingen om te betalen zonder resultaat bleven, is eiseres zonder te betalen bijtijds naar de kliniek gegaan.

Voorafgaand aan het bezoek aan de kliniek heeft eiseres, die in Amsterdam woont, op internet de parkeermogelijkheden in de directe omgeving van de kliniek onderzocht. Uit dat onderzoek bleek dat er aan het Wilhelminaplantsoen voor het parkeren parkeerbelasting verschuldigd was, maar niet dat er eerst vanaf 8.00 uur parkeerbelasting kon worden voldaan. Eiseres was ermee bekend dat zij na de operatie geen auto kon rijden. Daarom heeft zij vooraf geregeld dat haar dochter per trein naar Bussum zou komen om haar met haar eigen auto weer naar huis te brengen. Eiseres heeft de kliniek samen met haar dochter vóór 12.00 uur verlaten en trof op haar auto de naheffingsaanslag parkeerbelasting aan, die om 10.56 uur was opgelegd.

3. Partijen verschillen van mening over de vraag of eiseres in dit geval een beroep op overmacht toekomt. Verweerder vindt van niet en heeft in dit verband verwezen naar het arrest van het gerechtshof ’s-Gravenhage van 15 augustus 2003, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl onder LJ-Nummer LJN AL8302. In dat arrest is overwogen dat parkeerapparatuur niet de mogelijkheid hoeft te bieden om betalingen in ontvangst te nemen vóór de aanvang van de periode dat slechts tegen voldoening van parkeerbelasting mag worden geparkeerd. Verder heeft verweerder zich in de uitspraak op bezwaar op het standpunt gesteld dat er in de nabije omgeving alternatieve parkeergelegenheid was in de vorm van de parkeergarages aan de Nieuwe Brink en de Olmenlaan. Eiseres stelt dat haar een beroep op overmacht toekomt, nu zij fysiek niet in staat was om gebruik te maken van de in de uitspraak op bezwaar genoemde parkeergarages en zij zich van tevoren had geïnformeerd over de parkeermogelijkheden voor de deur van de kliniek en daar dus op rekende.

4. De rechtbank is van oordeel dat eiseres in dit geval een beroep op overmacht toekomt. Daartoe overweegt de rechtbank dat eiseres zich voorafgaand aan het bezoek aan de kliniek op internet voldoende heeft geïnformeerd over de ter plaatse beschikbare parkeermogelijkheden. Op grond van die informatie was haar niet duidelijk en had haar ook niet duidelijk kunnen zijn dat de parkeerautomaat aan het Wilhelminaplantsoen pas vanaf 8.00 uur voldoening van parkeerbelasting mogelijk maakt. De rechtbank is van oordeel dat eiseres ervan mocht uitgaan dat zij van die parkeergelegenheid gebruik kon maken. Op het moment dat eiseres om even vóór 7.30 uur werd geconfronteerd met de onmogelijkheid om te betalen, bevond eiseres – die wel wilde betalen en de begeleiding door haar dochter had afgestemd op de ingewonnen informatie – zich naar het oordeel van de rechtbank in een noodsituatie.

Zij moest immers op tijd komen bij de kliniek voor het ondergaan van een knieoperatie en een geschikte alternatieve parkeergelegenheid in de nabije omgeving was niet voorhanden. In dit verband is van belang dat eiseres zich met behulp van krukken moest verplaatsen en in een traag tempo niet meer dan circa 100 meter kon overbruggen. De door verweerder in de uitspraak op bezwaar genoemde parkeergarages aan de Nieuwe Brink en de Olmenlaan vormden voor eiseres daarom geen reëel alternatief. Ook was eiseres vanwege het ondergaan van de operatie niet in staat om ervoor te zorgen dat na 8.00 uur alsnog tijdig de verschuldigde parkeerbelasting werd voldaan. Onder deze omstandigheden kon van eiseres niet worden gevergd dat zij ter plaatse tijdig de verschuldigde parkeerbelasting voldeed.

5. Het beroep is gegrond en de uitspraak op bezwaar moet worden vernietigd. De rechtbank zal zelf in de zaak voorzien door te bepalen dat het bezwaar gegrond is voor zover het is gericht tegen de opgelegde kosten en de aanslag verminderen tot € 0,70. De rechtbank zal verder bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar.

6. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, omdat niet is gebleken dat eiseres voor de behandeling van het beroep kosten heeft gemaakt die op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor vergoeding in aanmerking komen. Wel moet verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoeden.

Beslissing

De rechtbank

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar van verweerder van 29 juni 2009;

- verklaart het bezwaar van eiseres gegrond voor zover het is gericht tegen de opgelegde kosten en vermindert de naheffingsaanslag van 28 april 2009 tot € 0,70;

- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;

- bepaalt dat verweerder aan eiseres het griffierecht van € 41,00 vergoedt.

Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. W.P. van der Haak, rechter, in tegenwoordigheid van R. van der Vecht, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 16 september 2010 te Alkmaar.

griffier rechter

Tegen deze uitspraak kunnen partijen hoger beroep instellen. Hoger beroep wordt ingesteld door binnen zes weken na de datum van verzending van deze uitspraak een brief (beroepschrift) en een kopie van deze uitspraak te zenden aan het gerechtshof te Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.