Home

Rechtbank Amsterdam, 17-02-2011, BP7607, 10/5172

Rechtbank Amsterdam, 17-02-2011, BP7607, 10/5172

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
17 februari 2011
Datum publicatie
10 mei 2011
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2011:BP7607
Zaaknummer
10/5172

Inhoudsindicatie

Parkeerbelasting. Defecte meter. De rechtbank verwerpt grief van eiseres dat zij niet in staat was naar andere meter te lopen omdat zij een hond en twee kleine kinderen (waarvan een in Maxi Cosi) bij zich had. Eiseres heeft zichzelf in die situatie gebracht.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer

Zaaknummer: AWB 10/5172

Uitspraakdatum: 17 februari 2011

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in het geding tussen

X te Z,

gemachtigde: A

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, verweerder.

De bestreden uitspraak op bezwaar

De uitspraak van verweerder van 23 augustus 2010 op het bezwaar van eiseres tegen de aan haar opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting.

Zitting

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 februari 2011. Gemachtigde van eiseres is daar verschenen. Namens verweerder is verschenen M.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Gronden

1. Eiseres heeft op 28 juni 2010 haar auto, met kenteken AA-BB-00, geparkeerd aan de A-straat, ter hoogte van nummer 30 te Amsterdam. Op genoemde datum werd bij controle van voormelde auto geen geldig betaalbewijs aangetroffen. Ter zake hiervan heeft verweerder een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd.

2. Tussen partijen is niet in geschil dat de auto geparkeerd stond op een plaats en tijdstip waar parkeerbelasting verschuldigd was, zonder dat deze belasting was voldaan door eiseres.

3. De stelling van eiseres dat de parkeermeter defect was waardoor zij geen parkeerbelasting kon voldoen, wordt verworpen. De verplichting tot voldoening van de verschuldigde belasting blijft ook bestaan indien de parkeermeter defect is (vergelijk: Hoge Raad 22 november 1995, nr. 30 456, gepubliceerd in BNB 1996/28). In dat geval ligt het op de weg van eiseres op zoek te gaan naar een andere meter. Zij heeft dit nagelaten. Verweerder heeft in dit verband een overzicht ingebracht waaruit blijkt dat er in de nabijheid van de plaats waar de auto geparkeerd stond, zich meerdere parkeermeters bevonden, alwaar eiseres de door haar verschuldigde parkeerbelasting had kunnen voldoen. Ook heeft verweerder een overzicht ingebracht waaruit blijkt dat deze alternatieve parkeermeters ten tijde van het onderhavige parkeren niet defect waren, althans dat daarvan geen melding was gemaakt. Verweerder heeft hiermee voldoende aannemelijk gemaakt dat eiseres in de gelegenheid was de verschuldigde belasting bij een nabije parkeermeter te voldoen. De naheffingsaanslag is dan ook terecht opgelegd. De rechtbank verwerpt de grief van eiseres dat zij niet in staat was om naar een andere parkeermeter te lopen omdat zij op dat moment een hond en twee kleine kinderen (waarvan één in een ‘Maxi Cosi’) bij zich had. De rechtbank heeft gezien die omstandigheden weliswaar begrip voor de door eiseres gemaakte afweging, doch is niettemin van oordeel dat de gevolgen daarvan, de onderhavige naheffingsaanslag, voor haar rekening dienen te komen. Eiseres heeft zichzelf immers vrijwillig in deze (haar beperkende) situatie gebracht. Het is daarom naar het oordeel van de rechtbank redelijk dat de gevolgen daarvan voor haar risico komen. Van overmacht is in het onderhavige geval geen sprake.

4. Eiseres heeft in haar beroepschrift grieven geuit ten aanzien van de aan haar berekende invorderingskosten (aanmaning/dwangbevel). Deze grief kan echter geen deel uitmaken van het hier aan de orde zijnde geding, nu daarvoor een aparte rechtsgang openstaat bij de ambtenaar belast met de invordering. De rechtbank overweegt ten overvloede dat in artikel 6:16 Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat het instellen van een rechtsmiddel de betaalplicht niet opschort.

5. Gelet op het vorengaande is het beroep ongegrond verklaard. Bij die uitkomst ziet de rechtbank geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Deze uitspraak is gedaan door mr. C.J. Hummel, rechter, in tegenwoordigheid van mr. P.J.M. de Jong, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2011.

Afschrift verzonden aan partijen op:

De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van het proces-verbaal in geanonimiseerde vorm.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.